24 augustus 2008

Politiek en uiterlijk


In het maandblad opzij een interessant artikel over sexisme ten opzichte van vrouwelijke politici. Zo blijkt dat Pechtold elke week de outfits van de GroenLinkse dames becommentarieerd. Wat mij betreft is daar niet zoveel mis mee als hij ook maar een oordeel heeft over de t-shirts onder de pakken van Kees Vendrik en de uit de broek hangende overhemden van Tofik Dibi. Want dat uiterlijk en kleding van belang kunnen zijn in het openbaar optreden zal toch geen nieuws zijn. Sinds enige tijd maak ik er samen met een collega raadslid een gewoonte van om tijdens raadsvergaderingen een "raadslid van de maand" uit te kiezen" om een "oordeel" te geven over de aandacht die de persoon geeft aan zijn of haar kleding. Met name als de onderwerpen in de raadszaal niet al te opwindend zijn ga je op andere dingen letten. Niet dat ik er nu altijd zelf even onberispelijk uitzie (hoewel ik aangenaam verrast was dat anderen daar blijkbaar anders over denken gelet op een nominatie in een PvdA column), maar het is toch aardig om eens te filosoferen over de vraag hoe politici rekening houden met hun eigen uitstraling en kleding. Of bewust juist niet, wat op zich ook iets zegt over de persoon en wat ook zijn charmes heeft. Het is wat mij betreft echter een vorm van politieke correctheid om in dit soort discussies gelijk te roepen dat het in de politiek alleen om de inhoud gaat. Het oog wil ook wat. En zeker ook het oog van de kiezer.