Het geven van een goede analyse van de breuk van het Leidse college is niet eenvoudig. Op internet verschijnen allerlei meninkjes die het soms voor GroenLinks wel en soms voor GroenLinks niet opnemen. Soms wordt er geanalyseerd rondom de inhoud van de parkeergarage, soms gaat het vooral over de politieke en persoonlijke spelletjes. Of wordt er gefluisterd over een weldoordachte verkiezingsstrategie. Los van wat waar en niet waar is, vraagt de situatie wel om een wat bredere analyse en discussie binnen GroenLinks.
De inhoud
GroenLinks is in 2006 de campagne begonnen met het wassen van de ramen van bewoners op de Morsweg vanuit het besef dat de verkeersoverlast daar het maximum bereikt had.
Daarom kwam ook in het collegeprogramma te staan dat een parkeergarage bij de Morspoort alleen mogelijk zou zijn met voldoende flankerende maatregelen waarbij gedacht werd aan het instellen van eenrichtingsverkeer. Voor het gewenste eenrichtingsverkeer is de Rijnlandroute noodzakelijk. Anders loopt het verkeer elders vast. Dit wetende was het dan ook logisch dat GroenLinks enthousiast was over het alternatieve plan van de buurt. Helaas gaf dat onvoldoende plekken overeenkomstig wat in het collegeprogramma was afgesproken. Maar als je merkt dat een buurt bijna in opstand komt, moet je toch niet blijven hangen in de cijfermatige afspraken van een collegeprogramma? Toen het college bleef vasthouden aan de te realiseren aantallen, was het logisch dat GroenLinks een uiterste poging deed om andere tegemoetkomingen aan de wijk te doen met als doel het aantal auto's op de Morsweg te verminderen. Dat het niet lukte is genoegzaam bekend.
De strategie
GroenLinks balanceerde op de randen van het college-akkoord en verdient niet voor elke handeling in het proces de schoonheidsprijs. De oorzaak daarvan is naar mijn mening dat de partij al redelijk snel alleen kwam te staan. Zoals Paul van Meenen mij deze week leerde dien je in zo'n situatie altijd een partner in crime te hebben. Dan maakt het weinig uit of je tegen het collegeprogramma ingaat. Zoals D66 en VVD vier jaar geleden inzake de fietsparkeergarage of zoals PvdA, VVD en CDA anderhalf jaar geleden inzake camera's in het stationsgebied. Helaas moet geconstateerd worden dat m.b.t. de Morspoortgarage die medestander niet te vinden was, ook niet met de PvdA die toch vaak als natuurlijke bondgenoot wordt aangemerkt.
Het evenwicht
Maar er is natuurlijk meer aan de hand. GroenLinks is van nature in Leiden een constructieve partij die zijn verantwoordelijkheid wil nemen (anderen zouden zeggen dat we aan het pluche kleven). Dat heeft er de afgelopen tijd toe geleid dat we zelfs samen met CDA en VVD in een college zijn gegaan terwijl we voor de meerderheid van het college niet nodig waren. Zo'n positie kan je alleen langdurig innemen als de anderen bereid zijn rekening te houden met jouw bijzondere positie. Temeer als de GroenLinks wethouder op cruciale momenten de kastanjes uit het vuur dient te halen (denk aan Rijnlandroute, RGL en Ringweg Oost) op dossiers die niet echt een GroenLinkse uitstraling hebben. Zo'n positie eist zijn tol en daar dienen de anderen rekening mee te houden. De laatste twee jaar heb ik meer en meer gemerkt dat er te weinig aandacht was voor de lastige positie van GroenLinks. Er werd weinig meer gegund. De buitenwacht kreeg daarom meer en meer de kans om GroenLinks als gekke Henkie weg te zetten. Dat gaat goed tot het touwtje breekt.
De herbronning
Hoewel het ontzettend zuur is voor John Steegh dat hij twee maanden voor tijd de trein moet verlaten geeft deze onverwachtse ontwikkeling voor GroenLinks ook kansen. De partij krijgt tijd om zoals Peter Bootsma van D66 mij gisteren (uit eigen ervaring) meedeelde te herbronnen. Een antwoord te geven op de vraag: waarom zijn we een actieve politieke partij in Leiden. Hoe willen we vorm geven aan onze betrokkenheid op groen en sociaal gebied in Leiden? Op het moment dat de partij lokaal wordt overladen met nieuwe enthousiaste leden is dat een kans die opgepakt moet worden. Niet ten ondergaan in een agressieve oppositiecultuur, maar durven de vinger op de zere plek te leggen. Kritisch zijn op het collegeprogrammafetisjisme dat de afgelopen twee jaar de Koppenhinksteeg en de Morspoortbewoners als grootste slachtoffers had. Maar altijd de bereidheid tonen om in een college met een progressieve signatuur een steentje bij te dragen.