Gisteren was het dan zover. Na veel gesprekken in de stad met organisaties die ervaring hebben met armoedebeleid was het voor mij gisteren een eer om het eerste exemplaar van de armoedenota aan te bieden aan wethouder De Haan van het CDA. In zijn en mijn speech kwam toch tot uiting dat de collegesamenwerking tussen GroenLinks en CDA de afgelopen twee jaar heeft geleid tot het behoud van het goede en een zoektocht naar het betere. De Haan erkende dat GroenLinks door het schrijven van de paragraaf over werk en inkomen in het collegeprogram de basis had gelegd voor de koers. En als de degens elkaar kruisten was dat altijd op een faire wijze. Zelden over het armoedebeleid, veeleer over het reintegratiebeleid. Daarbij gaat de discussie vooral over welke ruimte mensen zelf krijgen om vorm te geven aan hun participatie in de samenleving. Een debat wat zich vaak toespitst op de mate van sollicitatievrijstelling voor vrijwilligers en ouderen.
Ik verwacht dat de komende vier jaar het minimabeleid zelf onder druk komt te staan door de toenemende vraag vanuit de bevolking door de crisis. Voor een rechtvaardig beleid blijft de inbreng van GroenLinks noodzakelijk.