28 april 2010
Het sprookje van de schuur
Er waren eens twee buren die besloten hadden in hun tuin gezamenlijk een schuur te bouwen. Dat was een lastig project, dus er werden wat avonden besteed aan hoe dat voor elkaar te krijgen. Uiteindelijk hadden ze een mooi plan en sloten ze een akkoord. Maar toen kwamen de kinderen van het ene gezin in opstand. De schuur was veel te groot en daardoor konden ze niet meer zo leuk spelen. Ze wilden niet naar de argumenten van hun ouders luisteren. De democratisch ingestelde ouders gingen op hangende pootjes naar de buren met de vraag of het project afgeblazen kon worden. Dat vonden de buren niet leuk. Het was toch een goed plan en er lag toch een helder besluit? Hadden die kinderen niet eerder aan de bel kunnen trekken? Dat hadden ze wel gedaan maar vader Alexander had hen toen de mond gesnoerd. Om wille van de lieve vrede waren de buren bereid wel wat concessies te doen. De schuur kon wel wat kleiner en men was bereid mee te betalen aan het nieuwe pad dat ook nodig was. Iedereen was weer tevreden. Toen de aannemers reeds besteld waren gingen de kinderen weer moeilijk doen. De kinderen zouden de nieuwe schuur blokkeren: de aannemers mochten er gewoonweg niet in. De buren waren woedend. Dat vonden de kinderen heel raar: zij wilden het toch niet? In hun gezin was er toch een democratisch besluit genomen? Wat waren hun buren toch arrogant. Onbegrijpelijk. En in de wijk leefde men voortaan lang en zeer ongelukkig. Want uiteindelijk kwam er toch een schuur, een hele grote. En gespeeld werd er niet meer.