"Zo'n vechtkabinet als Nederland nu regeert, moeten we maar niet willen. Zeker nu de peilingen aangeven dat er straks vier of vijf partijen nodig zijn om een meerderheidsregering te kunnen formeren. Het is tijd voor een minderheidskabinet, dat de Kamer voortdurend moet zien te overtuigen. De kiezer vaart daar alleen maar wel bij." Zo begint het artikel van Lidy Nicolasen zaterdag in de Volkskrant. Een zeer interessant artikel dat ook voor de Leidse gemeentepolitiek geschreven had kunnen worden. De recente Morspoortgaragecrisis waarbij GroenLinks uit het college stapte is wat mij betreft ook een signaal dat er wel iets moet gebeuren in de manier waarop in Leiden de stad bestuurd wordt. GroenLinks stapte niet alleen uit het college vanwege het ontbreken van compenserende maatregelen in Transvaal, maar ook vanwege het groeiende gebrek aan vertrouwen tussen de partners. Als vier partijen met grote politieke verschillen met elkaar moeten samenwerken dan komt er ook wel erg veel druk op de ketel te staan. Dat leidt tot het krampachtig vasthouden aan een eenmaal gesloten akkoord en voor wat niet geregeld is koortsachtig overleg in de achterkamertjes. Compromis op compromis stapelt zich op, waarbij door het uitwisselen van succesjes ook nog sprake is van verknoping van compromissen. De discussies in de raad zijn steeds minder gericht op de inhoud (die staat immers grotendeels al vast) maar op het "knagen" van de oppositie aan elk bereikt compromis waarbij het haast een wedstrijd wordt om de collegepartij die een keer aan het kortste eind heeft getrokken te beschadigen. In de raad overviel mij vaak plaatsvervangende schaamte. Collegepartijen in de raad zijn niet echt herkenbaar meer (tenzij ze een keer bewust uit de pas lopen zoals GroenLinks bij de Morspoortgarage), maar de inhoudelijke consistentie bij de oppositie is ook ver te zoeken (denk aan het gedraai van D66 bij de Oostvlietpolder). We weten allemaal dat straks bij een ander college precies het tegenovergestelde gaat beginnen waarbij eerst een aantal projecten waar inmiddels al veel geld aan uitgegeven is de nek omgedraaid moet worden omdat de kiezer dat nu eenmaal beloofd is.
Het is fnuikend voor het geloof van de burger in de democratie die het beeld krijgt dat het allemaal gekonkel is. Goedbedoeld draaien we door dit systeem langzaam het licht uit. Een fundamenteel debat hoe het anders moet is hard nodig. Ik hoor er weinig partijen over, hoewel Paul van Meenen in een eerder stadium wel begon over een zakenkabinet die wat losser zou staan van de politieke partijen. Eerst was ik sceptisch over zijn ideeën, maar de morspoort crisis heeft mij wel aan het denken gezet. De kiezer is op drift en je ziet partijen daar heel zenuwachtig op reageren. Als het een college van B en W niet lukt om zich iets onafhankelijker daarvan op te stellen dan draait het systeem helemaal vast.
Ik denk dat het een verademing zou kunnen zijn voor de Leidse politiek als een college meer op basis van wat Leiden nodig heeft dan op basis van een strak akkoord van een meerderheid van collegepartijen zou gaan regeren. Dan kan men zoeken naar wisselende meerderheden en kunnen de partijen in de raad ook zeggen wat ze vinden zonder met meel in de mond te praten. Misschien kan dat college ook wel een minderheidskabinet zijn omdat dan ook partijen die ideologisch dichter bij elkaar zitten kunnen werken vanuit een zelfde politieke en wellicht ook culturele achtergrond. Ze zullen dan wel altijd een meerderheid voor hun plannen moeten veroveren. Niet door de achterkamertjes maar door de argumentatie.
Na mijn ervaringen bij het laatste college word ik daar wel enthousiast van. Een college met leden vanuit de linker en rechterhoek van het politieke spectrum levert constant gedoe op als ze bij belangrijke onderwerpen het altijd eens moeten worden. Het gevolg van zo'n systeem is dat elk onderwerp dan ook heel erg politiek ingekleurd gaat worden.
Nu de kiezer zo op drift is en de neiging heeft voortdurend de zittende magistratuur af te schieten dreigen alle ingezette projecten weer afgeschoten te worden omdat de oppositie er (vaak om opportunistische redenen) tegen was. Met het nieuwe systeem kan het verstand iets vaker zegevieren en zal enige consistentie in het beleid ook weer kans maken. Dat zal een groot deel van de burgers juist waarderen.
Kortom: voldoende redenen voor de revisie van de lokale wijze van besturen. En welke coalitie zou ik dan willen? Ik zou vooral een progressieve creatieve coalitie willen die bereid is op basis van argumenten de stad vooruit wil helpen en durft te denken buiten de gebaande paden om.