22 maart 2009

Mooie bank trouwens....


Oppositieleider Paul van Meenen op het pluche. Hoewel nog op zijn eigen bank thuis. Op een foto bij het interview van de week in het Leidsch Dagblad. Boeiend interview. Niet zozeer over de inhoud zoals sommigen wellicht gehoopt hadden. Maar over de verhouding tussen coalitie en oppositie. Van Meenen heeft dan ook wel een punt als hij analyseert hoe de coalitiepartijen in Leiden elkaar op dit moment stevig omhelzen als het gaat om debatten rondom wethouders die zich in lastige interpellatiedebatten moeten verantwoorden. Dat menigeen de wenkbrauwen fronst kan ik me dan ook goed voorstellen. Maar de oplossing van Van Meenen (vorm een soort van "zakencollege" die echt kijkt wat goed is voor de stad) is wel een heel bijzondere. Want dat zal het door D66 verfoeide bedrijventerrein Oostvlietpolder en de RGL niet tegenhouden omdat daar in het verleden reeds over besloten is. Een zakencollege zal zeker niet allerlei reeds genomen besluiten openbreken. Dat fenomeen van alles steeds weer ter discussie stellen is nu juist het gevolg van sterk gepolitiseerde (en steeds wisselende) verhoudingen wat de politiek zo ongeloofwaardig maakt. En omdat in het democratisch krachtenveld elke beslissing morgen weer herroepen kan worden zullen collegepartijen elkaar krachtig vasthouden. In die zin zijn oppositie en college beiden schuldig aan verstarde verhoudingen. Het verminderen van de door Van Meenen gesignaleerde dodelijke omhelzing van de collegepartijen kan alleen verminderen als de oppositie die ruimte ook geeft. Maar ik ben blij dat Paul van Meenen pleit voor meer samenwerking in de stad. Dat lijkt me hard nodig. Want dat er iets moet veranderen aan de Leidse politieke cultuur mag duidelijk zijn.